Op zaterdag foto’s gezien van Marie-Thérèse De Clercq. Ze vertelde me fluisterend : “Wat baat het een grote scherptediepte te gebruiken als er niet voldoende gevoelsdiepte is”.

Op zondagmorgen de filmnovelle herlezen van Peter Nadas : ‘De prachtige geschiedenis van de fotografie’. De novelle handelt over een romance die in het teken van de fotografische lust staat. Heerlijk, stout en zot – zoals de foto’s van Marie-Thérèse.

In de novelle lezen we alles over Kornélia die foto’s nodig heeft om inzicht te krijgen in het spel van verbeelding en werkelijkheid. Woorden beklemtonen de essentie van de fotografie. Foto’s tonen hoe de fotograaf (m/v) de wereld bekijkt en ervaart.

Bij de foto’s van Marie-Thérèse werd ik meegesleurd en gegrepen door het onderwerp. Zij beoogt bewust donkere afdrukken met subtiele lichtsterkte om een soort dramatiek te beklemtonen, waardoor we ons als kijker ook steeds heel emotioneel betrokken voelen.

In tegenstelling tot onze hedendaagse beeldcultuur, die gelooft dat alles toonbaar is, is het werk van Marie-Thérèse bijzonder zwijgzaam. Hoewel haar foto’s wel degelijk tonen en een gelaagdheid bezitten die je als een ui moet schillen om tot de kern te komen, vindt haar intrigerend werk precies op deze grens van zichtbaarheid en onzichtbaarheid plaats.

De foto’s leggen een moment vast van beweging en ritme van het leven, de vloeiende mysteries die opengevouwen worden in gemeenschappelijke plaatsen en momenten. Ze hanteert als een goochelaar met licht de camera en toont ons schaduwen, lichtpartijen, beweging en beelden-in-het-beeld. De foto’s van Marie-Thérèse geven een body aan de onuitgesproken spirit van onze gevoelens.

Het zien en genieten van haar foto’s vraagt om in actie te komen, actie zoals die wordt voorgeschreven door de persoonlijke context van de afbeelding. Interpretatie vraagt van ons medeplichtigheid, het openleggen van een weg tussen gevoel en betekenis, tussen het kortstondige subject en de eigenwijze beslissing om het vast te leggen, tussen de auteur van de foto en onszelf.

Fotografie is niet een onschuldig, toevallig of mechanisch voortbrengen van beelden. Ze is niet, zoals velen lange tijd hebben gedacht, een eenvoudige reproductie van de ‘natuur’ van de ons omringende wereld, maar eerder een taal met gestructureerde vormen en betekenissen en ‘doorwerkt’ van een geschiedenis die zich langzaamaan verrijkt heeft.

Immers, een ander (proberen) te begrijpen is hetzelfde als ons eigen zelfbeeld herzien. Wie ben jij? Foto’s interesseren ons hoofdzakelijk omdat ze terugkijken.

De thema’s in de foto’s van Marie-Thérèse De Clercq richten hun blik ergens in de verte, veel verder dan de fotografe misschien weet: op iets groters en belangrijkers dat haar bezighoudt. Als we achter haar schouders die blik kruisen, krijgen we het plezierige gevoel dat wij het object worden. Het lijkt alsof de onderwerpen iets over willen brengen aan ons. Iets over het dagelijks gevecht van het kleine ik. Iets over de fotografe zelf. Zij maakt van ons immers het onderwerp, zo heeft zij ons in haar macht…

Fotograferen is een handeling in twee richtingen, vooruit en achteruit. Een foto is altijd een dubbel beeld.

Prof. Dr. Johan Swinnen (september 2007)